Waar komen wij vandaan?Voorbeeld

Gevormd door God (2)

“Toen liet de HEERE God een diepe slaap op Adam vallen, zodat hij in slaap viel; en Hij nam een van zijn ribben en sloot de plaats ervan toe met vlees. En de HEERE God bouwde de rib die Hij uit Adam genomen had, tot een vrouw en Hij bracht haar bij Adam” (Genesis 2:21-22, HSV).

Toen God het droge land en de zeeën, de planten en bomen, de zon, maan en sterren en alle verschillende dieren schiep, “zag Hij dat het goed was.” Elk deel van de schepping was compleet en volledig functioneel toen God het eenmaal had gemaakt. Maar toen Hij de eerste mens had geschapen, zei God: “Het is niet goed dat de mens alleen is.” Er ontbrak iets belangrijks. Deze eerste mens had “iemand tegenover hem” nodig. Dus vormde God een tweede mens, niet uit stof maar uit één van de ribben van de man. Deze tweede mens werd letterlijk “uit de mens genomen”. Zij was zijn tegenhanger, zijn tegenover. Daarom, zo vertelt de Bijbel ons, verlaat een man zijn ouders om één te worden met zijn vrouw. De twee horen bij elkaar.

Zowel de man als de vrouw waren uniek gevormd door de Heere God. Ze waren geen letterlijke kopieën. En toch zijn ze allebei op dezelfde manier geschapen naar Gods beeld, wat hen onderscheidt van alle andere schepselen. Dit is in een notendop de Bijbelse kijk op mannen en vrouwen: beiden zijn op unieke wijze door God ontworpen en geschapen om elkaar te helpen en aan te vullen.

In onze gebroken wereld is de eenheid tussen man en vrouw niet meer vanzelfsprekend. Denk je dat deze instelling nog steeds geldig is? Waarom, of waarom niet?