1
Genesis 19:26
Herziene Statenvertaling
Zijn vrouw, die achter hem liep, keek achter zich en werd een zoutpilaar.
Ṣe Àfiwé
Ṣàwárí Genesis 19:26
2
Genesis 19:16
Lot aarzelde echter; daarom grepen die mannen zijn hand, de hand van zijn vrouw en de hand van zijn twee dochters, omdat de HEERE hem wilde sparen. Zij brachten hem naar buiten en leidden hem buiten de stad.
Ṣàwárí Genesis 19:16
3
Genesis 19:17
En het gebeurde, toen zij hen buiten de stad gebracht hadden, dat Hij zei: Vlucht voor uw leven, kijk niet achter u en blijf nergens op heel deze vlakte staan; vlucht naar het bergland, anders wordt u weggevaagd.
Ṣàwárí Genesis 19:17
4
Genesis 19:29
En het gebeurde, toen God de steden van deze vlakte te gronde richtte, dat God aan Abraham dacht. Daarom leidde Hij Lot uit het midden van de verwoesting, toen Hij de steden waarin Lot gewoond had, ondersteboven keerde.
Ṣàwárí Genesis 19:29
Ilé
Bíbélì
Àwon ètò
Àwon Fídíò