Spreuken 16:17-33

Spreuken 16:17-33 HSV

De gebaande weg van oprechten is zich af te keren van het kwade: wie zijn weg in acht neemt, bewaart zijn ziel. Trots komt vóór de ondergang, en hoogmoed komt vóór de val. Het is beter met zachtmoedigen nederig van geest te zijn, dan de buit met hoogmoedigen te delen. Wie verstandig omgaat met het woord, zal het goede vinden, en wie op de HEERE vertrouwt: welzalig is hij. De wijze van hart wordt verstandig genoemd, en zoetheid van lippen vermeerdert het inzicht. Het verstand is voor de bezitters ervan een bron van leven, maar de vermaning van dwazen is dwaasheid. Het hart van een wijze maakt zijn mond verstandig, en zal op zijn lippen het inzicht vermeerderen. Lieflijke woorden zijn een honingraat, zoet voor de ziel, en genezing voor de beenderen. Er is soms een weg die iemand recht schijnt, maar het einde ervan zijn wegen van de dood. De honger van de arbeider werkt ten behoeve van hemzelf, want zijn mond dringt hem ertoe. Een verdorven man graaft kwaad op, en op zijn lippen is het als een verzengend vuur. Een verderfelijke man brengt ruzie teweeg, en een lasteraar maakt scheiding tussen de beste vrienden. Een man van geweld misleidt zijn naaste en brengt hem op een weg die niet goed is. Hij doet zijn ogen dicht om verderfelijke dingen te bedenken, bijt hij op zijn lippen, dan voert hij kwaad uit. Grijsheid is een sierlijke kroon, ze wordt gevonden op de weg van de gerechtigheid. Een geduldig man is beter dan een dappere held, en wie zijn geest beheerst, is beter dan wie een stad inneemt. Het lot wordt in de schoot geworpen, maar elke beslissing daardoor komt van de HEERE.