De koers der oprechten is: te wijken van het kwaad; wie acht geeft op zijn weg, bewaart zijn leven. Hovaardij gaat vooraf aan het verderf, en hoogmoed komt voor de val. Het is beter nederig van geest te zijn met de armen, dan buit te delen met de hovaardigen. Wie op het woord acht geeft, zal het goede vinden; ja, welzalig hij, die op de HERE vertrouwt. De wijze van hart wordt verstandig genoemd, en zoetheid van lippen versterkt het betoog. Het verstand is voor zijn bezitters een bron van leven, maar de straf voor de dwazen is hun eigen dwaasheid. Het hart van de wijze maakt zijn mond verstandig, en versterkt het betoog op zijn lippen. Vriendelijke woorden zijn als honigzeem, zoet voor de ziel en medicijn voor het gebeente. Soms schijnt een weg iemand recht, maar het einde daarvan voert naar de dood. De honger van de werkman werkt voor hem, want zijn mond spoort hem aan. Een nietswaardig man delft boosheid op, op zijn lippen is het als verzengend vuur. Een valsaard veroorzaakt twist, een lasteraar brengt scheiding tussen vrienden. Een man des gewelds verleidt zijn naaste en leidt hem op een weg die niet goed is. Wie zijn ogen toeknijpt, wil valse dingen verzinnen; wie zijn lippen samendrukt, heeft het kwaad reeds gedaan. De grijsheid is een sierlijke kroon, zij wordt op de weg der gerechtigheid gevonden. Een lankmoedig mens overtreft een held, wie zijn geest beheerst, hem die een stad inneemt. Het lot wordt in de schoot geworpen, maar elke beslissing daarvan is van de HERE.
De Spreuken 16 lezen
Delen
Alle vertalingen vergelijken: De Spreuken 16:17-33
Sla Bijbelteksten op, lees offline, bekijk onderwijsvideo's en meer!
Thuisscherm
Bijbel
Leesplannen
Video's