De Bijbel Van Jezus - Op Weg Naar Pasen Met Het Oude TestamentVoorbeeld

Het Koninkrijk

Jezus’ onderwijs gaat vaak over het Koninkrijk van God. Die term komt niet voor in het Oude Testament. Bij het woord ‘koninkrijk’ dachten de mensen in de tijd van het Oude Testament heel concreet aan een land dat wordt geregeerd door een koning. Het Oude Testament heeft het vaak over die koning. Er zijn veel beelden en verhalen over een ideale koning en over een koningschap waar nooit een einde aan komt.

Jezus komt om deze beelden en verhalen te vervullen. Maar dat ziet er anders uit dan de mensen verwachten. In plaats van de heersen en te strijden, komt Jezus om te lijden en te sterven. Zijn troon op aarde is niet van goud, maar van hout. Het kruis is zijn troon. Hij heerst niet over mensen, maar over de Zonde en de Dood. Hij is gekomen om die te bestrijden en te onderwerpen.

De farizeeën werpen Jezus voor de voeten: "Wanneer komt dat Koninkrijk van God nu eens?" Uit het antwoord van Jezus leren we dat het Koninkrijk van God anders is dan de koninkrijken van mensen. Koninkrijken van mensen hebben een duidelijk begin en duidelijke grenzen. Je kunt ze aanwijzen op de kaart en in de geschiedenis. Het Koninkrijk van God, zegt Jezus, ligt binnen ons bereik. Met Jezus staat dat Koninkrijk voor de neus van de farizeeën maar zij zien het niet of willen het niet zien.

Als christenen volgen we een gekruisigde koning. Een koning die niet heerst over een land, maar over onze harten. Dat betekent dat we het Koninkrijk van God kunnen vinden onder de mensen die Jezus volgen. Daarmee is het niet heel gemakkelijk aan te wijzen: hier is het of daar is het. Maar het is er wel voor wie goed kijkt.

Vraag:

Kijk vandaag eens goed om je heen: waar en in wie zie jij het Koninkrijk van God in je leven?